President Trump spant 15 miljard dollar rechtszaak aan tegen NY Times wegens verkiezingssteun 2024 en vermeende bevooroordeelde berichtgeving, voortzettend zijn patroon van juridische acties.
      President Trump dient gigantische lasterzaak in tegen prestigieuze krant
President Donald Trump heeft een historische rechtszaak van 15 miljard dollar aangespannen tegen The New York Times, waarbij hij de krant beschuldigt van wat hij noemt "partijdige berichtgeving" en bevooroordeelde verslaggeving. Deze juridische actie vertegenwoordigt een van de grootste lasterclaims in de Amerikaanse mediageschiedenis.
Ongekende juridische uitdaging
In een verklaring op zijn Truth Social-platform verklaarde Trump: 'The New York Times heeft veel te lang vrijelijk kunnen liegen, besmeuren en lasteren - daar komt nu een eind aan.' De president karakteriseerde de krant als een "vod" en "een van de slechtste en meest ontaarde kranten in de geschiedenis van ons land."
De rechtszaak richt zich specifiek op de steunbetuiging van de Times aan Kamala Harris tijdens de presidentsverkiezingen van 2024, die een vernietigend redactioneel commentaar bevatte waarin Trumps geschiktheid voor het ambt in twijfel werd getrokken. De redactieraad van de krant had geschreven dat "het moeilijk is iemand voor te stellen die minder geschikt is als president dan Donald Trump", waarbij zorgen werden geuit over wijsheid, eerlijkheid, empathie en discipline.
Historische context van krantensteun
Amerikaanse kranten hebben een lange traditie van presidentssteun die teruggaat tot de 19e eeuw. The New York Times begon zelf met deze praktijk in 1860 toen het de Republikein Abraham Lincoln steunde aan de vooravond van de Burgeroorlog. Volgens de uitleg van de krant is het steunproces gescheiden van nieuwsverslaggeving en omvat het het evalueren van de kwalificaties van kandidaten, vergelijkbaar met een sollicitatieprocedure.
Patroon van juridische acties
Deze rechtszaak zet Trumps gevestigde patroon voort van het gebruik van juridische uitdagingen tegen mediaorganisaties en critici. Eerdere doelen waren onder meer The Wall Street Journal, dat Trump in juli 2025 voor 10 miljard dollar aanklaagde vanwege berichtgeving over zijn connecties met veroordeelde zedendelinquent Jeffrey Epstein.
Verschillende mediabedrijven hebben ervoor gekozen om met Trump te schikken in plaats van langdurige juridische gevechten aan te gaan. ABC betaalde 15 miljoen dollar om een zaak met presentator George Stephanopoulos te schikken, terwijl CBS zich schikte voor een extra miljoen dollar vanwege montagezorgen in een interview met Harris.
Juridische experts merken op dat dergelijke rechtszaken, hoewel vaak als zwak bestempeld, aanzienlijke financiële en operationele lasten creëren voor mediaorganisaties. 'Dit gaat over het gebruik van het rechtssysteem om critici te intimideren en middelen uit te putten,' merkte First Amendment-advocaat James Peterson op.
The New York Times heeft nog geen formeel antwoord op de rechtszaak gegeven. De krant heeft historisch gezien grote overwinningen behaald in belangrijke First Amendment-zaken, waaronder de landmark 1964 New York Times Co. v. Sullivan-beslissing die belangrijke beschermingen voor mediaorganisaties vaststelde.
      
Nederlands
            
English
            
Français
            
Deutsch
            
Español
            
Português