Het griepseizoen in Europa begon vier weken vroeger door een nieuwe H3N2-variant, wat zorgt voor druk op de gezondheidszorg. Vaccins blijven effectief tegen ernstige ziekte.
Vroeg begin griepseizoen baart zorgen in Europa
Het jaarlijkse griepseizoen in Europa is ongeveer vier weken eerder begonnen dan normaal, volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Deze ongebruikelijk vroege start wordt veroorzaakt door een nieuwe griepvariant die zich snel over het continent heeft verspreid, wat zorgt voor aanzienlijke druk op gezondheidszorgsystemen die al onder druk staan door meerdere gelijktijdig circulerende respiratoire virussen.
WHO-regiodirecteur voor Europa, Dr. Hans Kluge, verklaarde: 'Dit laat zien dat zelfs een kleine verandering in het virus een enorme druk op het zorgstelsel kan veroorzaken. Dat komt doordat mensen daar geen immuniteit tegen hebben opgebouwd.' De nieuwe variant, geïdentificeerd als influenza A(H3N2) subclade K (J.2.4.1), is aangetroffen in minstens 27 van de 38 landen in de WHO Europese Regio en vertegenwoordigt ongeveer 90% van de huidige griepgevallen.
De nieuwe variant: wat weten we
De J.2.4.1 subclade vertegenwoordigt een significante genetische verschuiving ten opzichte van eerdere griepstammen, met zeven nieuwe mutaties die hem onderscheiden van de vaccinstam die is geselecteerd voor het seizoen 2025-2026. Voor het eerst gedetecteerd in Australië en Nieuw-Zeeland in augustus 2025, heeft de variant zich sindsdien verspreid naar meer dan 30 landen wereldwijd. Ondanks de snelle transmissie benadrukken WHO-functionarissen dat er geen bewijs is dat deze variant ernstigere ziekte veroorzaakt dan eerdere stammen.
Volgens WHO-rapporten tonen vroege gegevens aan dat bestaande griepvaccins nog steeds zinvolle bescherming bieden, met ongeveer 75% effectiviteit tegen ernstige ziekte en ziekenhuisopname bij kinderen van 2-17 jaar, en 35% effectiviteit bij volwassenen. 'Vaccinatie blijft de meest effectieve verdediging, vooral voor risicogroepen,' merkte een WHO-woordvoerder op.
Gezondheidszorgsystemen onder druk
Het vroege en intense griepseizoen komt op een bijzonder uitdagend moment voor Europese gezondheidszorgsystemen. Veel landen kampen tegelijkertijd met COVID-19, Respiratoir Syncytieel Virus (RSV) en andere respiratoire pathogenen. In het Verenigd Koninkrijk heeft de situatie kritieke niveaus bereikt, waarbij NHS-functionarissen het beschrijven als een 'worst-case scenario' december.
Brits minister van Volksgezondheid Wes Streeting riep onlangs zorgvakbonden op om niet door te gaan met geplande stakingen, verwijzend naar ongekende druk op ziekenhuizen. 'De druk op de ziekenhuizen is het hoogst sinds de COVID-19-pandemie,' verklaarde Streeting. Gegevens uit Engeland tonen aan dat vorige week gemiddeld 2.660 patiënten per dag werden opgenomen met griep—een stijging van 55% ten opzichte van de voorgaande week en het hoogste aantal ooit geregistreerd voor deze tijd van het jaar.
Volgens NHS-rapporten was begin december 95% van de ziekenhuisbedden bezet, waarbij ook steeds meer zorgpersoneel ziek werd, wat de capaciteit van het systeem verder onder druk zette.
De situatie in Nederland
In Nederland houden het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en het Nederlands Instituut voor Onderzoek van de Gezondheidszorg (Nivel) de griepactiviteit nauwlettend in de gaten. Vorige week registreerde het land 40 patiënten per 100.000 inwoners met griepachtige klachten, voornamelijk in de jongste leeftijdsgroep (0-14 jaar). Dit vertegenwoordigt een significante stijging ten opzichte van de 25 patiënten per 100.000 die tijdens dezelfde periode vorig jaar werden geregistreerd.
Nederland verklaart officieel een griepepidemie wanneer minstens 53 op de 100.000 mensen twee opeenvolgende weken griepachtige klachten melden bij hun huisarts. Hoewel het land deze drempel nationaal nog niet heeft bereikt, tonen regionale variaties toenemende druk op gezondheidsdiensten.
Vaccinatie-effectiviteit en aanbevelingen
Ondanks de genetische mismatch tussen de circulerende stam en de huidige vaccinsamenstelling blijven gezondheidsautoriteiten in heel Europa het belang van vaccinatie benadrukken. Vroege gegevens uit het Verenigd Koninkrijk tonen aan dat vaccinatie patiënten nog steeds voorkomt ernstig ziek te worden, zelfs met de nieuwe variant.
Een Europees onderzoek gepubliceerd in Eurosurveillance toont tussentijdse schattingen van vaccin-effectiviteit variërend van 32-53% in eerstelijnszorginstellingen en 33-56% in ziekenhuisinstellingen voor influenza A-virussen. Het onderzoek, uitgevoerd door de European Influenza Vaccine Effectiveness (IVE) groep in 17 landen, wijst op hogere effectiviteit tegen influenza B-virussen (≥58% in alle settings).
WHO beveelt verschillende beschermende maatregelen aan naast vaccinatie: thuisblijven bij ziekte, goede hand- en ademhalingshygiëne, verbetering van ventilatie in binnenruimtes en het dragen van maskers bij symptomen. Deze maatregelen zijn vooral belangrijk nu het feestseizoen nadert, wanneer toegenomen sociale bijeenkomsten meestal leiden tot hogere transmissie van respiratoire virussen.
Vooruitblik
Gezondheidsautoriteiten verwachten dat de griepactiviteit een piek zal bereiken in late december of begin januari, waarbij testpositiviteitspercentages mogelijk rond de 50% zullen bereiken in de Europese regio. De WHO blijft de situatie monitoren via haar Global Influenza Surveillance and Response System (GISRS) netwerk, dat wereldwijd in 130 landen opereert.
Dr. Kluge benadrukte het belang van paraatheid: 'We moeten de paraatheid van onze gezondheidssystemen versterken vóór het feestseizoen, wanneer respiratoire ziekten doorgaans een piek bereiken. Zelfs met evoluerende virussen blijven onze bestaande instrumenten—vaccinatie, surveillance en volksgezondheidsmaatregelen—onze beste verdediging.'
Het vroege begin van dit griepseizoen dient als herinnering aan het onvoorspelbare karakter van respiratoire virussen en het belang van het behoud van robuuste volksgezondheidsinfrastructuur die in staat is te reageren op opkomende bedreigingen.
Nederlands
English