
Proces tegen schutter Slowaakse premier begint
Juraj Cintula, verdacht van de schietpartij op premier Robert Fico, verscheen vandaag in de rechtbank en beweerde nooit te hebben willen doden. De aanslag vond plaats in mei 2024 na een politieke bijeenkomst, waarbij Fico zwaargewond raakte maar herstelde.
Tegenstrijdige verklaringen verdachte
Cintula betrad de rechtszaal met de woorden 'Lang leve de democratie, lang leve vrije cultuur.' Officieren van justitie presenteerden zijn verklaring: 'Ik was het oneens met regeringsbeleid dat het Slowaakse parlement vernielde, culturele vervolging en tegen militaire steun aan Oekraïne. Ik wilde de premier verwonden, niet doden.'
Politieke context aanslag
De moordaanslag viel samen met Fico's controversiële hervormingen: vervanging van cultuurinstellingendirecteuren, ontmanteling van anticorruptieparket, herstructurering van publieke media onder politieke controle en oprichting van ethische commissies. Dit leidde tot landelijke protesten.
Regering beschuldigt media en oppositie
Fico's partij SMER blijft kritische media en oppositiepartijen beschuldigen van het creëren van een gewelddadig klimaat. Europarlementariër Luboš Blaha beweerde op Telegram: 'Cintula is jullie creatie.' Geen bewijs verbindt oppositie direct aan de aanslag.
Psychiatrische evaluatie
Een psychiatrisch rapport in de rechtszaal wijst op psychische problemen bij Cintula, maar stelt dat hij de consequenties begreep. Getuigenissen beschrijven hem als verbitterd, met relaties die stukliepen door meningsverschillen over de Oekraïne-oorlog.