
India heeft zijn inspanningen opgevoerd om mensen die het als illegale immigranten identificeert naar buurland Bangladesh te deporteren, wat zorgen oproept bij mensenrechtenactivisten. De noordoostelijke staat Assam heeft al 303 mensen uitgezet van de 30.000 die door tribunalen als buitenlanders zijn bestempeld. Veel van deze mensen zijn al langdurige inwoners met families en eigendommen in Assam, waar spanningen tussen lokale Assamees sprekende gemeenschappen en Bengaals sprekende groepen met wortels in Bangladesh al lang sluimeren.
Activisten beweren dat de deportaties onevenredig veel moslims treffen en dat velen ten onrechte als buitenlanders worden geclassificeerd. De regering van Assam, onder druk van het Hooggerechtshof, heeft beloofd de uitzettingen op te voeren. Chief Minister Himanta Biswa Sarma verklaarde: "We moeten actiever en proactiever zijn om de staat te redden."
Ondertussen heeft Bangladesh de toestroom van gedeporteerden erkend en is het in gesprek met India om het probleem aan te pakken. De situatie blijft onstabiel, met meldingen van paniek onder de getroffen gemeenschappen en toenemende juridische uitdagingen tegen de willekeurige aard van de deportaties.