Tunesische arbeider Saber Chouchane vrijgelaten na doodstraf voor kritische Facebookberichten over president Kais Saied. Vrijlating volgt op wereldwijde verontwaardiging.

Tunesische arbeider vrijgelaten na wereldwijde verontwaardiging over Facebookberichten
Een 56-jarige Tunesische man die vorige week ter dood was veroordeeld voor kritische Facebookberichten over president Kais Saied is uit hechtenis vrijgelaten, zo bevestigde zijn advocaat aan Reuters. De vrijlating van Saber Chouchane volgt op wijdverbreide internationale veroordeling en druk van mensenrechtenorganisaties.
Ongekende doodstraf leidt tot wereldwijde verontwaardiging
Chouchane, een dagloner met beperkte opleiding, werd op 1 oktober 2025 door een rechtbank in Nabeul veroordeeld voor het plaatsen van kritische opmerkingen over president Saied op Facebook. De aanklachten omvatten belediging van de president, ondermijning van de staatsveiligheid en verspreiding van valse informatie over een ambtenaar. "De rechter heeft de man ter dood veroordeeld vanwege Facebookberichten. Het is een schokkende en ongekende uitspraak," vertelde zijn advocaat Oussama Bouthalja aan verslaggevers.
De zaak markeerde de eerste keer dat Tunesië een doodstraf had opgelegd voor sociale media-berichten, ondanks het feit dat het land sinds 1991 een de facto moratorium op executies handhaaft. Volgens mensenrechtenorganisatie HuMENA hadden Chouchane's berichten beperkt bereik, waarbij slechts enkele tientallen volgers zijn inhoud zagen, waarvan veel naar verluidt van andere websites was gekopieerd.
Groeiende zorgen over vrijheid van meningsuiting
Sinds president Saied in 2019 aan de macht kwam en zijn gezag consolideerde door wat velen beschrijven als een zelfcoup in 2021, is de vrijheid van meningsuiting in Tunesië aanzienlijk verslechterd. Human Rights Watch documenteerde dat Tunesische autoriteiten de politieke repressie hebben geïntensiveerd, waarbij alleen al in 2024 meer dan 80 mensen om politieke redenen werden vastgehouden.
"Dit vonnis vertegenwoordigt een structurele ineenstorting die politieke spraak criminaliseert en de rechterlijke macht als vergeldingsinstrument gebruikt," verklaarde HuMENA in hun veroordeling van het oorspronkelijke vonnis. De organisatie had onmiddellijke vernietiging van de doodstraf en uitgebreide juridische hervormingen geëist.
Internationale druk leidt tot vrijlating
De vrijlating volgt op dagen van toenemende internationale druk en sociale mediacampagnes die opriepen tot Chouchane's vrijlating. De rechter die de doodstraf oplegde is naar verluidt uit zijn functie ontheven, volgens het hoofd van een Tunesische mensenrechtenorganisatie die sprak met Facebook.
Chouchane, door zijn advocaat omschreven als een eenvoudige arbeider met beperkte opleiding, werd vorig jaar gearresteerd na het plaatsen van satirische en kritische opmerkingen over president Saied. Zijn Facebook-account, opererend onder het pseudoniem "Qais al-Taees" of "Kaïs le misérable," bevatte karikaturen en oproepen tot protesten tegen de president.
Bredere implicaties voor Tunesische democratie
De zaak benadrukt de voortdurende democratische terugval in Tunesië, ooit beschouwd als het succesverhaal van de Arabische Lente. Volgens Freedom House wordt Tunesië nu beoordeeld als 'Gedeeltelijk Vrij' met een score van 44/100, wat een significante verslechtering van politieke rechten en burgerlijke vrijheden onder het bewind van president Saied weerspiegelt.
Hoewel Chouchane's vrijlating een overwinning vertegenwoordigt voor voorstanders van vrije meningsuiting, blijft het onduidelijk of de zaak volledig is afgewezen of dat aanklachten nog steeds van kracht zijn. De ontwikkeling komt te midden van groeiende internationale bezorgdheid over mensenrechten in Tunesië, waarbij het VN-Mensenrechtenbureau onlangs Tunesische autoriteiten opriep om alle vormen van vervolging tegen tegenstanders en activisten te beëindigen.
De zaak heeft de aandacht gevestigd op het toenemende gebruik van het Tunesische rechtssysteem om regeringscritici te targeten, waarbij velen de oorspronkelijke doodstraf zien als een poging om tegenstanders van Saied te intimideren en politieke dissidentie in het land verder te onderdrukken.