Trump-regering keurt inlichtingendeling goed voor Oekraïense aanvallen
De Trump-regering heeft een significante escalatie in militaire steun voor Oekraïne goedgekeurd door inlichtingendeling goed te keuren die Kiev zal helpen Russische energie-infrastructuur diep in Russisch grondgebied te raken. Volgens een Wall Street Journal-rapport zullen het Pentagon en Amerikaanse inlichtingendiensten Oekraïne helpen bij het aanvallen van olieraffinaderijen, pijpleidingen en andere kritieke infrastructuur die inkomsten en middelen leveren voor de Russische oorlogsinspanning.
President Trump heeft naar verluidt Amerikaanse inlichtingendiensten en het Pentagon opgedracht deze informatie aan Oekraïne te verstrekken, wat de eerste concrete stap markeert in de steun van zijn regering voor langeafstandsaanvallen in Russisch grondgebied. De regering overweegt ook Oekraïne te voorzien van Tomahawk-kruisraketten, hoewel dit besluit nog hangende is.
Analisten betwijfelen strategische impact
Bart van den Berg, militair analist bij het Instituut Clingendael, uitte scepsis over de betekenis van deze ontwikkeling. "Het wordt verkocht als iets unieks, maar ik vraag me af of dit achter de schermen zoveel waarde heeft voor de Oekraïners," zei Van den Berg, die eerder werkte bij het Nationaal Cyber Security Centrum in Den Haag.
Hij merkte op dat Oekraïense strijdkrachten waarschijnlijk al gedetailleerde kennis hebben van de locaties van Russische energie-infrastructuur. "Ze zijn dik en breed geïnfiltreerd in Rusland," legde Van den Berg uit, verwijzend naar eerdere succesvolle drone-aanvallen als bewijs van Oekraïne's geavanceerde operationele capaciteiten.
Tomahawk-raketcapaciteiten en kosten
De Tomahawk-kruisraket vertegenwoordigt een van Amerika's meest geavanceerde wapensystemen. Met een bereik van ongeveer 2.500 kilometer vliegt de raket laag over de grond met 900 kilometer per uur, volgt onvoorspelbare routes om vijandelijke luchtverdediging te ontwijken en draagt een explosieve lading van 400 kilogram. Deze capaciteit zou Oekraïense strijdkrachten in staat stellen doelen voorbij Moskou en Sint-Petersburg te raken.
Van den Berg betwijfelde echter de kosteneffectiviteit van dergelijke wapens. "Ze zijn heel duur - twee miljoen dollar per stuk," merkte hij op, suggererend dat de timing te laat zou kunnen zijn voor deze wapens om een beslissend verschil te maken. "Een paar jaar geleden zou het wel heel ingrijpend zijn geweest, maar nu niet meer omdat er veel vergelijkbare wapens bij zijn gekomen."
Escalatiezorgen en strategische verschuivingen
De mogelijke levering van Tomahawk-raketten heeft waarschuwingen opgeroepen van Russisch president Vladimir Poetin, die het beschreef als een "volledig nieuwe fase van escalatie" tussen Washington en Moskou. Poetin erkende dat de langeafstandsraketten Rusland schade zouden kunnen toebrengen maar beweerde dat ze de situatie op het slagveld niet zouden veranderen, waarbij hij stelde "we zullen ze neerschieten en ons luchtverdedigingssysteem verbeteren."
Van den Berg karakteriseerde de Tomahawk als "een klein stapje op de escalatieladder" dat de conflictdynamiek niet fundamenteel zal veranderen. "In het grote spel der dingen gaat hij niet zo'n verschil maken. Maar de strijd verplaatst zich wel steeds meer naar het Russische territorium, dat vormt voor de Russen een steeds groter probleem."
Bredere conflictdynamiek
De analist benadrukte een fundamentele verschuiving in het karakter van de oorlog. "Beide partijen richten zich steeds meer op een strategische overwinning en niet meer op een tactische. Grondgebied interesseert ze niet, niemand kan winnen op het slagveld. Ze vallen steeds meer elkaars capaciteit om oorlog te kunnen voeren aan."
Deze beoordeling sluit aan bij recente ontwikkelingen waarbij beide zijden aanvallen op kritieke infrastructuur hebben geïntensiveerd. Rusland heeft massale aanvallen gelanceerd op Oekraïense aardgasfaciliteiten en het elektriciteitsnet, terwijl Oekraïne steeds vaker Russische energie-infrastructuur heeft aangevallen die de oorlogsinspanning van Moskou financiert.
Van den Berg concludeerde dat onderhandelingen alleen mogelijk worden "als van een van de partijen de wil wordt gebroken om te vechten. En zover is het nog niet." Het voortdurende conflict blijft evolueren naar strategische oorlogsvoering in plaats van territoriale winst, waarbij beide partijen proberen het vermogen van de ander om militaire operaties te onderhouden te ondermijnen.