EU Hof levert grote privacy-overwinning
Het Europese Hof van Justitie heeft een baanbrekende uitspraak gedaan die massa-dataretentie binnen de EU beperkt. De rechters oordeelden dat ongericht dataverzamelen fundamentele privacyrechten schendt volgens het EU-Handvest. Het hof benadrukte dat hoewel wetshandhaving data nodig heeft voor onderzoek naar ernstige misdrijven, ongeregistreerd bewaren van communicatiemetadata van burgers juridische grenzen overschrijdt.
Veiligheidsbehoeften versus privacyrechten
De uitspraak behandelt de spanning tussen nationale veiligheidseisen en individuele privacybescherming. "Algemene en ongerichte bewaring van verkeers- en locatiegegevens kan alleen worden gerechtvaardigd door een ernstige bedreiging van de nationale veiligheid," stelde het hof. "Dergelijke maatregelen moeten strikt noodzakelijk en proportioneel zijn."
Deze beslissing volgt op jarenlange juridische uitdagingen van digitale rechtenorganisaties zoals de Electronic Frontier Foundation (EFF). Het hof verwees naar vier eerdere uitspraken sinds 2014 die massale gegevensverzamelingsregelingen consistent verwierpen.
Wat de uitspraak verandert
- Vereist geval-specifieke dataretentieverzoeken
- Verplicht gerechtelijke goedkeuring voor toegang
- Beperkt bewaartermijnen tot het absoluut noodzakelijke
- Verbiedt bewaring van inhoudsgegevens
Het vonnis is een reactie op recente voorstellen van de "Going Dark" werkgroep van de Europese Commissie, die uitgebreide surveillancebevoegdheden bepleitte. Privacyvoorstanders vierden de beslissing als cruciaal waarborg. "Het hof heeft een duidelijke grens getrokken tegen massa-surveillance," zei EFF-juridisch directeur Svea Windwehr.
Gevolgen voor lidstaten
Verschillende EU-landen waaronder Frankrijk en Duitsland staan voor grote juridische hervormingen. Nationale wetten die bulkdatacollectie toestaan moeten binnen zes maanden worden herzien. Wetshandhavingsinstanties uitten zorgen dat de uitspraak anti-terrorisme inspanningen belemmert. Het hof handhaafde echter dat gerichte onderzoeken onder het nieuwe kader mogelijk blijven.
Deze beslissing valt midden in lopende debatten over de Digital Services Act en volgt op het voorstel van de Commissie in mei 2025 om recordkeeping-verplichtingen voor kleinere bedrijven onder GDPR-regels te verminderen.