
De Europese Unie, Spanje en het Verenigd Koninkrijk hebben een historisch akkoord bereikt over de status van Gibraltar, waarmee een einde komt aan jaren van onzekerheid na de Brexit. Het Britse overzeese gebiedsdeel, gelegen aan de zuidpunt van het Iberisch Schiereiland, wordt nu onderdeel van de Schengenzone, waardoor personen en goederen vrij kunnen bewegen tussen Gibraltar en Spanje zonder grenscontroles.
Deze ontwikkeling zal het reizen voor grenswerkers en de miljoenen toeristen die Gibraltar jaarlijks bezoeken aanzienlijk vergemakkelijken. Reizigers die op de luchthaven van Gibraltar aankomen, moeten hun paspoort echter nog steeds twee keer laten zien—eenmaal aan de Gibraltarese autoriteiten en eenmaal aan de Spaanse douane.
Het akkoord markeert het einde van een langdurig politiek geschil over Gibraltar, dat sinds 1713 onder Britse controle staat maar door Spanje wordt opgeëist. Tijdens het Brexit-referendum in 2016 stemde 96% van de Gibraltariërs voor het blijven in de EU, maar het gebied moest samen met het VK vertrekken.
De Britse minister van Buitenlandse Zaken Lammy benadrukte dat de overeenkomst de Britse soevereiniteit waarborgt en de economie van Gibraltar beschermt. Eurocommissaris Sefcovic noemde het akkoord "het laatste hek in Europa dat valt", en de Spaanse minister van Buitenlandse Zaken Albares beschreef het als historisch. De Chief Minister van Gibraltar, Fabian Picardo, zei dat de overeenkomst de toekomst van toekomstige generaties in Gibraltar veiligstelt zonder de Britse soevereiniteit aan te tasten.
Het akkoord moet nog worden goedgekeurd door het Britse parlement, waar oppositiepartijen hun zorgen hebben geuit. Reform UK bekritiseerde de Labour-regering voor het minachten van overzeese gebieden, terwijl de Conservatieve Partij beloofde het akkoord grondig te onderzoeken om te zorgen dat er geen concessies zijn gedaan.