
Historisch akkoord bereikt
Na drie jaar intensieve onderhandelingen hebben lidstaten van de Wereldgezondheidsassemblee (WHA) het eerste wereldwijde pandemieverdrag aangenomen. De beslissing viel tijdens de 78e WHA-vergadering in Genève, met 124 landen voor en 11 onthoudingen. Het verdrag wil kritieke tekortkomingen tijdens de COVID-19-pandemie aanpakken door een kader te creëren voor eerlijke toegang tot vaccins en behandelingen tijdens mondiale gezondheidscrises.
Belangrijke verdragsbepalingen
De overeenkomst richt een Pathogeen Toegang- en Voordelen Delingssysteem (PABS) op dat landen verplicht uitbraakgegevens te delen in ruil voor gegarandeerde toegang tot tegenmaatregelen. Farmaceutische bedrijven moeten 20% van hun real-time productie van vaccins, therapeutica en diagnostiek reserveren voor distributie via de WHO naar kwetsbare landen. Het verdrag stelt expliciet: "Niets... mag worden uitgelegd als het verlenen van de WHO enige bevoegdheid om nationaal beleid te sturen" - een antwoord op soevereiniteitsbezwaren tijdens de onderhandelingen.
Implementatietijdpad
Een intergouvernementele werkgroep zal de PABS-bijlage tegen 2026 finaliseren voordat het verdrag in werking treedt na 60 ratificaties. De overeenkomst complementeert de Internationale Gezondheidsregeling, waarbij WHO-directeur-generaal Dr. Tedros het "een overwinning voor de volksgezondheid en multilaterale actie" noemde. Opvallende onthoudingen waren onder meer Italië, Polen en Rusland, terwijl de VS niet deelnam vanwege lopende terugtrekkingsprocedures.