
Terwijl lichamelijke achteruitgang vaak met ouderdom wordt geassocieerd, blijkt uit onderzoek dat het al veel eerder begint. Zelfs simpele activiteiten zoals wandelen worden elk jaar iets moeilijker na je midden twintig.
Een studie van de Universiteit van Nederland toont aan dat lichamelijke achteruitgang rond 25 jaar begint. Eline van der Kruk, een biomechanisch ingenieur aan de TU Delft, legt de fysiologische veranderingen uit die vanaf deze leeftijd optreden.
Spieren en botten verzwakken geleidelijk na 30 jaar, waarbij de botdichtheid afneemt en de spiermassa jaarlijks met ongeveer 5% vermindert. Daarnaast ondergaat het zenuwstelsel veranderingen—het gehoor verslechtert vanaf de 20 jaar, en het evenwicht gaat rond 25 jaar achteruit, wat de coördinatie beïnvloedt.
Deze veranderingen leiden tot subtiele aanpassingen in beweging, zoals kortere passen, een bredere houding en langzamer lopen. Deze aanpassingen helpen vallen te voorkomen, een belangrijk aandachtspunt bij het ouder worden.