
Internationaal Strafhof richt zich op Taliban-leiderschap
Het Internationaal Strafhof (ICC) in Den Haag heeft arrestatiebevelen uitgevaardigd tegen twee hoge Taliban-functionarissen wegens systematische vervolging van vrouwen en meisjes in Afghanistan. De bevelen richten zich op Haibatullah Akhundzada, de opperste leider van de Taliban, en Abdul Hakim Haqqani, hun opperrechter.
Beschuldigingen van misdaden tegen de menselijkheid
Het hof vond voldoende gronden om aan te nemen dat beide leiders misdaden tegen de menselijkheid hebben bevolen via op gender gebaseerde vervolging. Hun beleid richt zich specifiek op meisjes, vrouwen en LHBTI+-personen die niet voldoen aan de Taliban-ideologie. De aanklachten omvatten ook vervolging van vrouwenrechtenactivisten.
Systematische onderdrukking gedocumenteerd
Volgens ICC-bewijsmateriaal omvat het Taliban-bewind moord, gevangenschap, marteling, verkrachting en gedwongen verdwijningen gericht op vrouwen. Het regime heeft systematisch onderwijs na de basisschool ontzegd, bewegingsvrijheid beperkt en privacyrechten afgeschaft. Hun 'Deugdwet' uit 2024 formaliseerde verboden voor vrouwen om in het openbaar te zingen of zonder mannelijke voogd het huis te verlaten.
Internationale juridische acties
Deze ontwikkeling versterkt een aparte zaak die Nederland, Duitsland, Canada en Australië in september 2024 bij het Internationaal Gerechtshof hebben aangespannen. Deskundigen merken op dat de arrestatiebevelen dienen als symbolische veroordeling ondanks een lage arrestatiewaarschijnlijkheid, aangezien beide leiders in Afghanistan blijven waar het ICC geen uitvoerende macht heeft.