Franse fotograaf gedood door droneaanval in Oekraïne
Franse autoriteiten hebben een oorlogsmisdadenonderzoek geopend na de dood van fotojournalist Antoni Lallican, die werd gedood door een droneaanval tijdens zijn verslaggeving van het conflict in Oost-Oekraïne. De 37-jarige bekroonde fotograaf was ingebed bij Oekraïense troepen nabij de frontlinie in de Donbas-regio toen hij op 3 oktober 2025 werd getroffen.
Details van de aanval
Volgens Oekraïense militaire functionarissen reisde Lallican met een Oekraïense legereenheid nabij de stad Droezjkivka, ongeveer 20 kilometer van de frontlinies, toen hun voertuig werd aangevallen door wat lijkt op een Russische drone. Zijn Oekraïense collega, Hryhori Ivantsjenko, raakte zwaargewond bij dezelfde aanval. Beide journalisten droegen op het moment van het incident scherfvesten met duidelijk zichtbare "Pers"-identificatie.
Het Franse Openbaar Ministerie heeft de zaak toegewezen aan het Centraal Bureau voor de Bestrijding van Misdaden tegen de Menselijkheid en Haatmisdrijven (PNAT), wat de ernst aangeeft waarmee Franse autoriteiten het incident behandelen. "Deze aanval vertegenwoordigt een duidelijke schending van het internationaal humanitair recht," verklaarde een woordvoerder van het Franse ministerie van Justitie.
Een carrière voortijdig beëindigd
Antoni Lallican had zich gevestigd als een van Frankrijks meest gerespecteerde conflictfotografen. Geboren in 1988 en oorspronkelijk opgeleid als apotheker, verliet hij zijn medische carrière op 30-jarige leeftijd om fotojournalistiek na te streven nadat hij diep was geraakt door het aanschouwen van spanningen in Kashmir. Zijn werk verscheen in prestigieuze publicaties waaronder Le Monde, Le Figaro en internationale media zoals Der Spiegel en Die Zeit.
Lallican documenteerde de oorlog in Oekraïne sinds maart 2022, met name gericht op de brutale gevechten in de Donbas-regio. Zijn toewijding leverde hem de Victor Hugo Prijs voor Geëngageerde Fotografie 2024 op voor zijn krachtige serie "Plotseling werd de lucht donker," die de menselijke kosten van het conflict vastlegde.
Internationale veroordeling
Franse president Emmanuel Macron betuigde zijn diepe medeleven aan Lallicans familie en collega's en verklaarde: "Deze journalisten riskeren hun leven om ons op de hoogte te houden en getuigenis af te leggen van de realiteit van de oorlog." De Franse leider bevestigde dat Lallican "een slachtoffer was van een Russische droneaanval" terwijl hij Oekraïense troepen begeleidde aan het verzetfront.
De aanval heeft wijdverbreide veroordeling opgeroepen van internationale persvrijheidsorganisaties. Serhi Tomilenko, voorzitter van de Oekraïense Journalistenbond, vertelde verslaggevers: "Door journalisten tot doelwit te maken, jaagt Rusland op degenen die oorlogsmisdaden proberen te documenteren. Voor journalisten is elke reis naar het front levensgevaarlijk. Antoni Lallican nam dat risico keer op keer door naar Oekraïne te gaan, door naar de Donbas te gaan, door vast te leggen wat velen liever niet zien."
Groeiende bedreiging voor journalisten
Lallicans dood markeert een sombere mijlpaal - hij is naar verluidt de eerste journalist die wordt gedood door een droneaanval in het voortdurende conflict, volgens gegevens van de Internationale Federatie van Journalisten. Sinds de grootschalige Russische invasie in februari 2022 begon, zijn minstens 17 journalisten gedood tijdens hun verslaggeving van de oorlog, terwijl nog veel meer gewond raakten of werden vastgehouden.
Het gebruik van drone-oorlogsvoering heeft nieuwe gevaren gecreëerd voor journalisten die opereren in conflictgebieden. In tegenstelling tot traditionele artillerie of luchtaanvallen kunnen drones langdurig boven gebieden blijven hangen, waardoor het moeilijk wordt voor journalisten om veilig te bewegen, zelfs wanneer ze denken zich in relatief veilige locaties te bevinden.
Volgens Reporters Without Borders heeft Rusland sinds het begin van de invasie meer dan 830 gedocumenteerde misdrijven tegen journalisten en mediaorganisaties gepleegd. De organisatie heeft talrijke aanvallen op mediainfrastructuur doorverwezen naar het Internationaal Strafhof als mogelijke oorlogsmisdaden.
Juridische implicaties
Het Franse onderzoek vertegenwoordigt een belangrijke ontwikkeling in het ter verantwoording roepen van daders voor aanvallen op journalisten in conflictgebieden. Volgens het internationaal recht vormt het opzettelijk aanvallen van journalisten een oorlogsmisdaad, aangezien zij worden beschouwd als burgers die moeten worden beschermd onder de Geneefse Conventies.
De zaak benadrukt ook de toenemende rol van nationale rechtsgebieden bij het vervolgen van internationale misdaden wanneer internationale mechanismen politieke obstakels ondervinden. Het robuuste juridische kader van Frankrijk voor het vervolgen van oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid maakt het goed gepositioneerd om dit onderzoek krachtig voort te zetten.
Naarmate het onderzoek vordert, zal het waarschijnlijk onderzoeken of de drone-operatoren de journalisten als zodanig konden identificeren, gezien hun duidelijke persidentificatie, en of de aanval een opzettelijke targeting van mediapersoneel vormde.