
Historisch oceaanbeschermingsverdrag komt dichterbij
Onderhandelaars uit meer dan 100 landen zijn deze week in New York bijeen voor de tweede sessie van de Voorbereidingscommissie voor het BBNJ-verdrag. Dit baanbrekende akkoord, formeel bekend als het Verdrag inzake het behoud en het duurzaam gebruik van mariene biologische diversiteit in gebieden buiten de nationale jurisdictie, vertegenwoordigt de belangrijkste internationale inspanning voor zeebescherming in decennia.
Het dilemma van de volle zee
Gebieden buiten nationale jurisdictie beslaan bijna twee derde van de wereldzeeën maar blijven grotendeels onbeschermd. Deze internationale wateren worden bedreigd door diepzeemijnbouw, overbevissing, plasticvervuiling en klimaatverandering. Tot nu toe bestond er geen alomvattend wettelijk kader om de biodiversiteit in deze regio's te beschermen.
Vier pijlers van het BBNJ-verdrag
Het verdrag richt zich op vier cruciale componenten van oceaangovernance:
1. Mariene genetische hulpbronnen
Het akkoord creëert een kader voor eerlijk delen van voordelen van mariene genetische ontdekkingen, waarbij ontwikkelingslanden compensatie krijgen voor farmaceutische innovaties uit oceaanbronnen. Dit omvat digitale sequentie-informatie van diepzeeorganismen.
2. Gebaseerde beheersinstrumenten
Voor het eerst maakt het verdrag het mogelijk mariene beschermde gebieden (MPA's) in internationale wateren in te stellen. Dit mechanisme is cruciaal voor het behalen van het mondiale "30 tegen 30"-doel - 30% van de oceanen beschermen tegen 2030. De eerste voorgestelde MPA's kunnen biodiversiteitshotspots in de Sargassozee en Mid-Atlantische Rug bestrijken.
3. Milieueffectbeoordelingen
Verplichte beoordelingen worden vereist voor activiteiten zoals diepzeemijnbouw en grootschalige visserij. Het verdrag creëert gestandaardiseerde wereldwijde regels in plaats van de huidige lappendeken van nationale regelgeving. Recente studies tonen aan dat deze beoordelingen onomkeerbare schade aan hydrothermale ventilatie-ecosystemen kunnen voorkomen.
4. Capaciteitsopbouw & technologieoverdracht
Het akkoord omvat bepalingen om ontwikkelingslanden te helpen deelnemen aan oceaanonderzoek en -bescherming. De EU heeft €40 miljoen toegezegd via haar Global Ocean Trust Fund om monitoring- en handhavingscapaciteiten te ondersteunen.
Pad naar ratificatie
Sinds de aanname op 19 juni 2023 hebben 72 landen het verdrag ondertekend. Vanaf augustus 2025 hebben 45 landen de ratificatie voltooid - 15 minder dan de 60 die nodig zijn voor implementatie. Een speciale verdragsgebeurtenis tijdens de VN-Oceanenconferentie in Nice in juni leverde zeven nieuwe ratificaties op, waaronder Chili en Portugal.
"We zien een ongekend momentum", zei Rena Lee, voorzitter van de Intergouvernementele Conferentie. "De recente ratificaties door kleine eilandstaten tonen aan hoe serieus kustgemeenschappen deze existentiële bedreiging voor mariene ecosystemen nemen."
Implementatie-uitdagingen
De Voorbereidingscommissie staat voor complexe taken voordat het verdrag operationeel wordt:
- Opzetten van de bestuursstructuur van de Conferentie van Partijen
- Ontwikkelen van het Clearing-House Mechanism voor gegevensdeling
- Oprichten van wetenschappelijke adviesorganen
- Ontwerpen van het billijke voordelen-delingssysteem
Milieugroepen benadrukken urgentie. "Elke maand vertraging betekent meer vernietiging van onvervangbare diepzeehabitats", waarschuwde Maxine Waters van Ocean Conservancy. "We hebben dit verdrag nodig voordat diepzeemijnbouwactiviteiten uitbreiden."
Met de volgende grote VN-Oceanenconferentie gepland voor 2025, streven onderhandelaars ernaar de resterende ratificaties veilig te stellen en de eerste mariene beschermde gebieden op volle zee begin 2026 in te stellen.