
De Opkomst van Tech Nationalisme
In een tijd van toenemende geopolitieke spanningen geven landen wereldwijd prioriteit aan de ontwikkeling van hun eigen app-ecosystemen om hun afhankelijkheid van buitenlandse technologie te verminderen. Dit fenomeen, bekend als "tech nationalisme," hervormt de wereldwijde handelsdynamiek en stimuleert een race naar technologische zelfvoorziening.
Beperkingen op Buitenlandse Apps
Overheden leggen verboden of beperkingen op aan buitenlandse apps, vanwege zorgen over gegevensprivacy, nationale veiligheid en economische soevereiniteit. Zo verbood India in 2025 verschillende Chinese apps, terwijl de Europese Unie strenge regels introduceerde voor Amerikaanse techgiganten zoals Meta en Google.
De Opkomst van Lokale Alternatieven
Als reactie hierop investeren landen zwaar in eigen alternatieven. China's "Made in China 2025"-initiatief heeft de groei van apps zoals WeChat en Alipay gestimuleerd, terwijl Indonesië's "Digital Nasional"-programma een zelfvoorzienende digitale economie wil creëren. Deze inspanningen onderstrepen een bredere trend van landen die controle over hun digitale landschap terugwinnen.
De Wereldwijde Impact
Tech nationalisme gaat niet alleen over apps—het weerspiegelt diepere ideologische verdeeldheid. De VS en China zijn bijvoorbeeld verwikkeld in een strijd om technologische suprematie, waarbij elk zijn eigen standaarden en ecosystemen promoot. Deze concurrentie hervormt industrieën, van halfgeleiders tot kunstmatige intelligentie.
Uitdagingen en Kansen
Hoewel tech nationalisme innovatie bevordert, brengt het ook het risico van fragmentatie van het wereldwijde internet met zich mee. Kleinere economieën kunnen moeite hebben om te concurreren, en consumenten kunnen met beperkte keuzes worden geconfronteerd. Voor landen met de middelen biedt het echter een kans om veerkrachtige, lokaal gecontroleerde digitale infrastructuur op te bouwen.