Kernenergie wint aan populariteit als een schone energieoplossing, met nieuwe projecten en technologieën zoals SMRs die de opleving aanjagen. Hoewel er uitdagingen blijven, is het potentieel om de groene transitie te ondersteunen onmiskenbaar.

De afgelopen jaren is kernenergie stilletjes teruggekeerd als een cruciaal onderdeel van de wereldwijde groene transitie. Overheden en private sectoren wereldwijd investeren steeds meer in kernenergieprojecten, aangewakkerd door de dringende behoefte aan schone en betrouwbare energiebronnen. Deze opleving wordt gekenmerkt door technologische vooruitgang, zoals kleine modulaire reactoren (SMRs), die meer efficiëntie en schaalbaarheid beloven.
Landen zoals de Verenigde Staten, Frankrijk en China lopen voorop, met nieuwe beleidsmaatregelen en financieringsinitiatieven gericht op het revitaliseren van hun nucleaire sectoren. Zo heeft het Amerikaanse ministerie van Energie miljarden dollars toegewezen voor de ontwikkeling van SMRs, terwijl Frankrijk plannen heeft aangekondigd om nieuwe reactoren te bouwen ter vervanging van verouderde infrastructuur.
De nucleaire renaissance is echter niet zonder controverse. Critici beweren dat de hoge kosten, lange bouwtijden en onopgeloste afvalverwerkingsproblemen de haalbaarheid ondermijnen. Voorstanders benadrukken daarentegen het vermogen van kernenergie om basislaststroom te leveren zonder broeikasgasemissies, wat het onmisbaar maakt voor het bereiken van netto-nuldoelstellingen.
Terwijl het debat voortduurt, is één ding duidelijk: kernenergie is terug van weggeweest, en haar rol in de groene transitie is nog lang niet beslist.