
Europa Neemt Stelling tegen Biometrische Surveillance
De Europese Unie overweegt een verbod op gezichtsherkenningstechnologie in openbare ruimtes als onderdeel van de baanbrekende Artificial Intelligence Act. Dit controversiële voorstel zet privacyvoorstanders tegenover wetshandhavingsinstanties die beweren dat de technologie helpt bij de bestrijding van criminaliteit. Het verbod zou realtime biometrische identificatiesystemen in openbaar toegankelijke gebieden verbieden, met slechts smalle uitzonderingen voor ernstige misdrijven zoals terrorisme of mensenhandel.
Balans Tussen Rechten en Veiligheid
Privacycampagnevoerders verwelkomen de beperkingen en wijzen op onderzoeken waaruit blijkt dat gezichtsherkenningsalgoritmen raciale en gendervooroordelen vertonen. "Dit beschermt burgers tegen constante surveillance," aldus Ella Jakubowska van European Digital Rights. Politievertegenwoordigers argumenteren echter dat de technologie helpt bij het vinden van vermiste personen en het identificeren van verdachten. De Duitse federale politie meldde onlangs dat gezichtsherkenning alleen al in 2024 hielp bij het oplossen van 235 zaken.
Technische Vereisten en Uitzonderingen
Volgens de voorgestelde regels vereist elk toegestaan gebruik gerechtelijke autorisatie en is beperkt tot:
- Terrorismeonderzoeken
- Mensenhandelzaken
- Zoektocht naar specifieke geweldsmisdadigers
- Voorkoming van dreigende gevaren
Analyse achteraf met opgenomen beeldmateriaal krijgt minder beperkingen maar moet nog steeds voldoen aan strikte gegevensbeschermingsnormen.
Implementatietijdlijn
De bepalingen voor gezichtsherkenning traden in februari 2025 in werking als onderdeel van de uitgebreide AI-verordening van de EU. Lidstaten hebben tot augustus 2026 de tijd om nationale toezichtsorganen op te richten. Verschillende landen, waaronder Frankrijk en Nederland, ontwikkelen al alternatieve crowd-monitoringtechnologieën die individuen anonimiseren terwijl menigten worden gevolgd.