Nederlands offshorebedrijf Allseas gaat schepen op kernenergie laten varen

Nederlands offshorebedrijf Allseas wil zijn schepen tegen 2030 op kernenergie laten varen en werkt samen met de TU Delft aan kleine modulaire reactoren. Dit moet de CO2-uitstoot verminderen en past bij wereldwijde duurzaamheidsdoelen.
allseas-schepen-kernenergie-duurzaam

Het Nederlandse offshorebedrijf Allseas heeft plannen aangekondigd om zijn grote installatieschepen tegen 2030 op kernenergie te laten varen. In samenwerking met de Technische Universiteit Delft ontwikkelt Allseas kleine modulaire reactoren (SMR's) voor dit doel. Projectleider Stephanie Heerema verklaarde: "Ons doel is om tegen 2030 te beginnen met de productie. De eerste toepassing zal waarschijnlijk op land zijn, gevolgd door onze schepen en industrieel gebruik." Dit initiatief heeft als doel om de CO2-uitstoot van Allseas tegen 2030 met 30% te verminderen en tegen 2050 CO2-neutraal te zijn.

Allseas is het eerste grote scheepvaartbedrijf ter wereld dat een dergelijke overgang aankondigt. Momenteel gebruiken alleen militaire schepen zoals vliegdekschepen en onderzeeërs kernenergie. Rusland heeft ook kernenergie-aangedreven ijsbrekers. Het vlaggenschip van het bedrijf, de Pioneering Spirit, is met 382 meter langer dan een Amerikaans vliegdekschip. De uitdaging van bijtanken op zee maakt kernenergie een praktische keuze boven alternatieven zoals waterstof, methanol of ammoniak.

De Internationale Maritieme Organisatie (IMO) heeft onlangs de duurzaamheidsregels voor de scheepvaart aangescherpt, die verantwoordelijk is voor 3% van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen. Terwijl bedrijven zoals CMA-CGM en Maersk experimenteren met vloeibaar aardgas (LNG) en methanol, blijven de beschikbaarheid en kosten van deze brandstoffen een belemmering. Rolls Royce, bekend om zijn onderzeeërreactoren, ontwikkelt ook SMR's voor industrieel gebruik, maar Allseas creëert zijn eigen hoge-temperatuur gasgekoelde reactor in samenwerking met Nederlandse onderzoekers.

Annet Koster, directeur van de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders, gelooft dat deze technologie Nederland als leider in duurzame scheepvaart kan positioneren en de energiezekerheid van Europa kan verbeteren.