
De eerste paar maanden van het presidentschap van Donald Trump zijn voor de handel turbulent geweest. Exporterende bedrijven hadden moeite om de aankondigingen van importheffingen bij te houden, en zelfs de Amerikaanse douane kan nog steeds niet alle heffingen verwerken.
Vannacht maakte Trump bekend de heffingen op staal en aluminium vanaf woensdag te willen verhogen van 25 naar 50 procent. Waar staan we nu? De NOS zet het op een rij aan de hand van vijf vragen.
Hoe zit het nou met die heffingen?
De Amerikaanse president heeft er nooit een geheim van gemaakt dat hij heilig in heffingen gelooft. Hij zet ze niet alleen in om de in zijn ogen oneerlijke handelsbalans met andere landen te corrigeren; Trump ziet ze ook als een ideale manier om de staatskas te vullen.
Woensdag 2 april doopte de president tot 'Liberation Day'. Het moest de dag worden waarop de Verenigde Staten zich niet meer zouden laten koeioneren door landen die vooral producten verkopen aan de VS en weinig terugkopen. Maar Trump zwakte de afgelopen tijd net zo snel heffingen af als dat hij ze aankondigde. Een tijdje gold er een heffing van maar liefst 150 procent op alle producten uit China.
Die hoge heffing bracht de handel tussen de VS en China vrijwel volledig tot stilstand. De twee landen besloten onlangs toch weer terug te keren naar de onderhandelingstafel, en de heffing voor Chinese producten werd verlaagd naar 30 procent.
Ook producten uit de EU zouden in eerste instantie een heffing krijgen van 20 procent, maar deze invoerbelasting werd 90 dagen gepauzeerd.