BBC-onderzoek onthult gebruik van verouderd chemisch wapen
Een schokkend BBC-onderzoek heeft onthuld dat Georgische autoriteiten een chemisch wapen uit de Eerste Wereldoorlog hebben gebruikt tegen anti-regeringsdemonstranten eind 2024. Het chemische middel, bekend als camite (broombenzylcyanide), werd volgens het onderzoek gemengd in waterkanonnen en ingezet tegen demonstranten in Tbilisi die protesteerden tegen de beslissing van de regering om toetredingsgesprekken met de Europese Unie op te schorten.
Het BBC-onderzoek, gebaseerd op interviews met chemische wapenexperts, klokkenluiders binnen de Georgische politie en medische professionals, toonde aan dat het chemische middel ernstige en langdurige gezondheidseffecten veroorzaakte. Demonstranten meldden symptomen waaronder brandende huid die niet kon worden afgewassen, kortademigheid, hoesten, overgeven en vermoeidheid die wekenlang aanhielden.
Historisch wapen met moderne gevolgen
Camite werd oorspronkelijk ontwikkeld tijdens de Eerste Wereldoorlog en werd gebruikt door Franse troepen tegen Duitse soldaten. Het chemische middel, onderdeel van de 'White Cross'-familie van chemische wapens, werd grotendeels uitgefaseerd in de jaren 1930 vanwege zorgen over de persistente en schadelijke effecten. 'Dit is een chemische stof die om goede reden als verouderd werd beschouwd,' zei chemisch wapenexpert professor Christopher Holstege in het BBC-rapport. 'Het gebruik ervan in moderne menigtenbeheersing is diep zorgwekkend.'
Een peer-reviewed studie van Dr. Konstantine Chakhunashvili onderzocht bijna 350 demonstranten en ontdekte dat bijna de helft meer dan 30 dagen symptomen had, waarbij 69 significante hartafwijkingen vertoonden. Een Georgische arts die zelf slachtoffer was, vertelde de BBC dat ongeveer 170 mensen contact met hem hadden opgenomen met vergelijkbare langdurige klachten.
Getuigenis van klokkenluider en overheidsreactie
Een voormalig hoofd van de wapenafdeling van de oproerpolitie, Lasha Shergelashvili, bevestigde aan de BBC dat waterkanonnen tot ten minste 2022 waren gemengd met het chemische middel. Shergelashvili verklaarde dat hij het middel in 2009 had getest en had aanbevolen het niet te gebruiken vanwege de persistente effecten, voordat hij uiteindelijk ontslag nam en Georgië verliet.
Georgische autoriteiten hebben de bevindingen afgedaan als 'absurd' en volgehouden dat de politie legaal handelde tegen wat zij 'illegale acties van brutale criminelen' noemden. De regering heeft consequent haar aanpak van de protesten verdedigd, die begonnen in oktober 2024 na parlementsverkiezingen waar oppositiegroepen beweerden dat ze frauduleus waren.
Bredere politieke context
Het gebruik van het chemische wapen vond plaats tijdens protesten tegen Georgië's beslissing om het EU-toetredingsproces op te schorten. De pro-Russische Georgische Droom-partij, geleid door miljardair Bidzina Ivanishvili, kwam in 2024 aan de macht en heeft sindsdien dagelijks te maken met protesten. De beslissing van de regering om EU-lidmaatschapsonderhandelingen voor vier jaar op te schorten schokte de natie, waar ongeveer 80% van de bevolking Europese integratie steunt.
VN-speciaal rapporteur voor marteling Alice Edwards noemde het gebruik van dergelijke chemicaliën 'uiterst gevaarlijk' en suggereerde dat het mogelijk marteling zou kunnen vormen onder internationaal recht. Hoewel internationaal recht het gebruik van chemische middelen voor menigtenbeheersing in sommige omstandigheden toestaat, vereist het dat dergelijk gebruik proportioneel is en geen langetermijneffecten veroorzaakt.
De protesten hebben meer dan een jaar geduurd, waarbij demonstranten ondanks toenemende repressieve maatregelen van autoriteiten 's avonds bijeenkomen in Tbilisi. De regering heeft massale boetes, strafrechtelijke vervolging van jonge demonstranten en wetten geïmplementeerd die tot een jaar gevangenisstraf mogelijk maken voor het blokkeren van verkeer. Zes belangrijke oppositiefiguren zijn gevangengezet, terwijl acht anderen tot 15 jaar gevangenisstraf riskeren voor vermeende sabotage.
Het recente uitbreidingsrapport van de Europese Unie leverde verwoestende bevindingen op over Georgië's vooruitzichten, waarin staat dat het land nu een EU-kandidaat is 'slechts in naam' en niet op schema ligt voor lidmaatschap tegen 2030. Dit onderzoek naar het gebruik van chemische wapens voegt een extra laag toe aan de groeiende internationale bezorgdheid over mensenrechten en democratische achteruitgang in Georgië.